Schreeuw

Schreeuw in het Heelal
2011

Hanneke de Munck samen met Leo van den Bos, beeldhouwer.



Naar de compositie Symfonie no. 2 1979 van Galina Oestvolskaja waar zij bij de partituur voor de stem heeft aangetekend: schreeuw in het heelal.

Drie beelden van taxushout van Hanneke in een abstracte compositie van Leo.


Hanneke over de drie beelden:
Het zijn drie beelden van de componiste. Ik heb haar gezien op de DVD van Josée Voormans en in het boek, de biografie van Olga Gladkova. Twee beelden heb ik gemaakt van Galina Oestvolskaja: als jonge vrouw, staand in Russische winterkleding en zittend als oude vrouw, allebei alsof ze zich in de natuur bevindt en luistert, componeert. Het derde is een innerlijk beeld van haar, een verscheurde tors; het geeft uitdrukking aan uiterste wanhoop. De kleur van het taxushout werkt wonderlijk mee met dit onderwerp; het lijkt te gloeien en het lijkt op vlees. Ik ervaar een sterke intieme verbondenheid met deze eenzame vrouw die, levend onder de zware omstandigheden van de Sovjetterreur met haar composities een kostbaar geschenk heeft nagelaten.

 

Galina Oestvolskaja zegt in het interview op de DVD met Josée Voormans over de rol van de stem: “Het is een eenzame die zich tot het heelal richt……, hij valt steeds en vraagt god om hulp. Hij vraagt dus aan god om hem te helpen, dat is het belangrijkste van de symfonie.” Hij roept drie keer Heer!, Eeuwige!, Waarheid!, en Barmhartige!

Leo over Schreeuw in het Heelal :
Hanneke nodigde mij uit deel te nemen aan haar  Altaarstukken project. In periodieke gesprekken, onderzoek en schetsen werd voor ons "muziek" het uitgangspunt. Met name de muziek en het leven van Galina Oestvolskaya.

In de uiteindelijke versie spreekt deze installatie zich uit in associaties en verhaallijnen over haar innerlijke kracht.
Zij bleef zichzelf onder het sovjetbestel.

Zij bleef overeind tegenover haar leermeester Sjostakovitsj.
Zij toonde deze kracht door haar diep van binnenuit vormgegeven composities.

Het geheel neemt met de gevonden visuele uitspraken zijn plek in tussen de andere altaarstukken. De zo sterk mogelijk gemaakte hoofdvorm vormt een punt in de ruimte. Het spreekt over tijd. Het verhoogt de mens. Het plaatst de mens tussen hamer en aambeeld.

Oestvolskaya´s muziek en leven, verbeeld in de houtplastieken van Hanneke, dient in dit stuk als metafoor en voorbeeld voor de mens die leeft te midden van grote krachten, zoals atoomenergie, nanotechnologie, digitale ontwikkelingen, besturen van, en leven in, enorm grote sociale en financiële netwerken - het overeind blijven van de individuele mens te midden van een gecompliceerde maatschappij.